Studentenhandleiding
Veel studenten in het hoger onderwijs leren niet echt goed schrijven. Om daar iets aan te doen, is deze digitale cursus Zelf leren schrijven ontwikkeld. De cursus bestaat uit elf hoofdstukken, waarin verschillende deelvaardigheden zelfstandig geoefend kunnen worden.
Elk hoofdstuk kent de volgende onderdelen:
- uitleg;
- een vuistregel, een soort richtlijn;
- een aantal korte oefeningen;
- een goed voorbeeld van een antwoord: de expertversie.
Werkwijze
Stap 1: account aanmaken
Aan de binnenzijde van de omslag van het boek staat een activeringscode. Met de activeringscode maak je een account aan. Als de docent een docentcode heeft doorgegeven, vult hij de code in om de koppeling met de docent te leggen. Meer hierover in het onderdeel docent.
Stap 2: aan het werk
Ga aan het werk, volg de instructie en maak de oefeningen in de volgorde zoals die wordt aangeboden in het hoofdstuk. Na het doorlopen van een oefening kun je je antwoord controleren. Daarna is het niet meer mogelijk om het antwoord te bewerken. Hiermee proberen we je aan te leren om zorgvuldig te formuleren en niet vanuit de feedback te werken. Voor bestudering achteraf blijft zowel het gegeven antwoord als de feedback na het maken van de oefening in beeld.
Studentvolgsysteem
De docent kan de activiteiten van zijn/haar studenten bekijken via het studentvolgsysteem. Hierin kan de docent per student de progressie per hoofdstuk volgen en de antwoorden bekijken. Om de student in staat te stellen de oefeningen opnieuw te maken kan de docent de resultaten wissen per hoofdstuk. Meer hierover in het deel docent.
Docentopmerkingen
Een docent kan ook een notitie (een zogenoemde docentopmerking) op een pagina maken om zijn/haar studenten op bepaalde zaken in de oefeningen te attenderen.
Het boek Zelf leren schrijven kun je gebruiken als naslagwerk, om de vuistregels en de uitleg daarbij nog eens op te zoeken.